Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zaterdag 23 mei 2020

Rolstoelquota

Quota - een lastige discussie. Tegenstanders, zelfs mensen die het in principe goed menen met iedereen, vinden dat quota voor vrouwen en minderheden in machtsposities geen goed idee zijn omdat ze (1) kunnen leiden tot de indruk dat die mensen louter voor hun genitalia, huidskleur of seksuele oriëntatie ergens zullen geparachuteerd worden of (2) dat ze kunnen leiden tot ressentiment bij groepen die géén extra zetje krijgen.

Ressentiment
 
Het tweede argument is ergens nog te begrijpen en inderdaad is een kritiek die bijvoorbeeld sommige LGBT+-activisten. Zogenaamde 'bi-erasure' is een ding en ook trans-exclusionaire radicale feministen (TERFS) zijn binnen de gemeenschap die strijdt voor seksuele gelijkwaardigheid een groot probleem. Ook hebben gekleurde feministen soms terechte kritiek dat het bepaalde witte feministen enkel te doen is om raden van bestuur, managementfuncties en micro-agressies, terwijl bijvoorbeeld zwarte vrouwen of moslima's evident ook andere ervaringen hebben.

Sommige tegenstanders zijn natuurlijk te kwader trouw en beginnen dan onzinnige argumenten te lanceren als "ja, waarom dan geen nazi als schooldirecteur?" of "laten we een persoon met een verstandelijke beperking minister maken!". Los van de voor de hand liggende grap die je over de tweede opmerking kan maken, spelen kwalificaties nog altijd een rol. Iemand met een IQ van 60 lijkt me niet in staat een intellectueel belastende leidinggevende functie uit te voeren, net zo min als je zou vragen aan een zwaarlijvige man van 65 om in de eerste ploeg van Anderlecht te komen spelen. Het nazi-argument is meer perfide, want je wordt niet als nazi geboren. Je kiest ervoor om er één te zijn.

Token minority report

Terug naar het 'token minority'-argument dan. Dat is nogal raar. Als je gelooft dat panels, bestuursraden, intellectuelen en professoren die vandaag voor ruim 80% mannelijk en wit zijn, daar louter om hun kwalificaties zitten, dan zeg je impliciet dat mannen superieur zijn. Als je dat niet gelooft, dan moet je wel tot de conclusie komen dat mannen als groep bepaalde sociale voordelen genieten, of anders gezegd, dat iedereen die geen (witte, heteroseksuele) man is, af te rekenen heeft met sociale vooroordelen die doorstroming naar belangrijke posities verhindert.

Die vooroordelen zijn vaak onzichtbaar voor wie ze niet wil zien of als normaal beschouwt. Meer nog, ze zitten zo ingebakken in het sociale weefsel dat leden van minder machtige groepen sneller zullen twijfelen aan hun eigen kwalificaties. Er zijn voorbeelden legio van goedbedoelde programmamakers die vrouwen opbelden om in een panel te komen zitten maar dat die vrouwen weigerden omdat ze vonden dat ze niet genoeg expertise bezaten. Terwijl diezelfde panels vollopen met mannen die 0 expertise bezitten over het onderwerp waarover gepraat wordt, zoals kerkjuristen die een boompje komen opzetten over belastingen of wijnboeren die paginabreed in de krant komen om te lullen over armoede.

Harteloos

Vergelijk het hiermee: de laatste decennia is er vaker aandacht voor de toegankelijkheid van de publieke ruimte voor rolstoelgebruikers. Geen weldenkend persoon zou vinden dat "die rolstoelgebruikers maar moeten leren om de trap te gebruiken om naar een bibliotheek te gaan" of dat ze "met rolstoel en al maar op een tram moeten leren springen". Toch is het anti-quota-argument een variant van precies hetzelfde harteloze argument.

Er is uiteraard een verschil. In een maatschappij waar sociale gelijkheid zou bestaan en vooroordelen geen financiële, lichamelijke en psychische gevolgen zouden hebben, zouden quota niet nodig zijn, terwijl rolstoelgebruikers altijd hulpmiddelen nodig zullen hebben om dezelfde toegankelijkheid te krijgen als mensen die zich kunnen voortbewegen zonder die hulp. Maar we leven niet in zo'n maatschappij. Wie dat ontkent is ziende blind of heeft er nog nooit bij stilgestaan.

zaterdag 16 mei 2020

Een historisch trio

Op 15 mei begon sympathieke Twitteraar en blogger JJ Verhels aan een poll om een top 100 van historische figuren te verzamelen, zeg maar een Tijdloze voor geschiedenisnerds. Ik was direct enthousiast over het project en begon na te denken over welke top drie ik zou intsturen, maar ik stuitte direct al op een aantal serieuze problemen omdat de criteria bewust breed werden gehouden. Vandaar deze tekst, deels om mijn eigen redenering uit te schrijven, deels om misschien anderen te kunnen helpen met mijn bescheiden lantaarntje.

De influencers van hun tijd

Wie historisch zegt, zegt invloedrijk. Toch zijn bepaalde belangrijke historische figuren in de annalen van de geschiedenis compleet vergeten, zoals de uitvinder van het wiel of de eerste boer. Bovendien betekent ook nog niet omdat je de eerste met iets was, dat je daarom invloed had. In een alternatief universum had het Griekse antikythera-mechanisme misschien kunnen leiden tot de uitvinding van een primitieve computer, maar dat gebeurde niet omdat de uitvinding niet massaal overgenomen werd. De vikings waren de eerste Europeanen die landden in Amerika, maar hun aanwezigheid daar had geen blijvende gevolgen en ze vergaten het zelfs zelf dat ze er ooit geweest waren.

Het onrecht van de geschiedschrijving

Dat brengt ons naadloos bij het tweede probleem. Geschiedenis wordt niet alleen geschreven door de winnaars, maar de periode waarin iets opgeschreven wordt, is meestal ook een belangrijk richtsnoer. Aangezien bijna alle geletterde beschavingen ter wereld patriarchale samenlevingen waren (en zijn) en geletterdheid duizenden jaren lang het voorrecht was van mensen met tijd (dus rijkdom, of mensen met een rijke mecenas) zijn ontzettend veel vrouwen en gewone mensen simpelweg gewist uit het archief. Wie weet was de uitvinder van het wiel wel een vrouw. We zullen het nooit weten. Dus als je kijkt vanaf het moment dat mensen dingen begonnen opschrijven tot nu, dan ga je bijna automatisch uitkomen op een lijstje van bezitters van een piemel.

Invloed is een neutraal gegeven

In zijn blogtekst geeft JJ Verhels zelf al aan dat "historisch" niet gelijk staat aan "goed". In de 20ste en 21ste eeuw alleen al kan je figuren opsommen als Adolf Hitler, Stalin, Mao en Osama bin Laden die ontegenzeggelijk enorm invloedrijk zijn geweest, maar die je niet bepaald zou vragen om het land te leiden. Je kan ook argumenteren dat historische figuren die we doorgaans door een bril bekijken van spannende verhalen ook in dat lijstje thuishoren, zoals Alexander de Grote, Qin Shi Huang of Columbus.

Hoe meet je invloed?

Alexander de Grote is een goed voorbeeld. Hij creëerde een wereldrijk voor hij 30 was en stierf op zijn 33ste. Zijn rijk stortte snel daarna in elkaar maar de invloed van de Griekse beschaving op het Midden-Oosten bleef nog vele eeuwen doorwerken en Alexanders naam zelf bleef bewaard in de annalen van Rome tot de Indus. Maar moet je dan ook plaats inruimen voor zijn vader, Philippus? Zonder de vader immers niet de zoon. Maar zo kan je blijven doorgaan tot je uitkomt bij de eerste eencellige levensvorm, die noodzakelijkerwijs de grootste doorwerkende invloed heeft gehad van de hele wereld, maar individueel geen bouwwerken heeft nagelaten, wetten heeft opgesteld of uitvindingen heeft gedaan. Het is dus best om ons te beperken tot de acties van het individu zelf en wat er daarna mee gebeurde.

De witte bril

Als laatste aspect is er ook het eigen vooroordeel. Ik woon in België en mijn kijk op de geschiedenis is een westerse kijk. Weliswaar weet ik wellicht meer over de geschiedenis van andere delen van de wereld dan de gemiddelde Belg, maar die kennis is fragmentarisch en anekdotisch in vergelijking met mijn kennis van de westerse geschiedenis, die reikt van de Griekse stadstaten tot nu, zonder al te veel grote lacunes. De invloed inschatten van de Inca's, Musa Musa of Lao Tse vind ik dan ook erg moeilijk omdat mijn kennis over de context van die figuren al met al vrij beperkt is.

De top drie

Dus, met al die beperkingen en caveats in het achterhoofd, zou ik op dit moment deze drie figuren naar voren schuiven:

3. Genghis Khan. Volgens sommige studies stammen 0,5% van alle huidige levende mannen op de wereld af van de Mongoolse khan, of bijna 20 miljoen mannen, meer dan genoeg om een middelgroot land mee op te richten. Zijn dynastie leefde voort als de Yuan-dynastie in keizerlijk China en vormde mee de geschiedenis van Centraal-Azië, Rusland, Perzië en India. Tot op vandaag wordt Genghis Khan niet alleen door historici en militairen bestudeerd, maar zijn uniek politiek organisatietalent en zijn pragmatische, pluralistische aanpak in staatszaken vormen nog altijd een inspiratiebron voor CEO's en ambitieuze leiders. Zijn naam is wereldwijd gekend. Denken we aan een horde steppenruiters, dan denken we aan de khan. Hij leeft verder in popcultuur, van het Eurovisiesongfestival tot de comic Iron Man. Zijn naam is in een aantal talen synoniem voor "koning".
2. Homeros. Misschien heeft Homeros niet eens echt bestaan. We weten het niet. Maar zijn 'Ilias' en 'Odyssee' zijn de oerteksten van de westerse literatuur. Homeros was verplichte kost voor opgeleide Grieken en Romeinen en ook vandaag nog zijn zijn teksten het orgelpunt van de opleiding Grieks-Latijn. 'Homerisch gelach', een 'achillespees', een 'amazone', een 'paard van Troje', 'helmboswuivend', 'elektracomplex', een 'cycloop' - allemaal gaan die uiteindelijk terug op Homeros (ook al komt het paard van Troje bijvoorbeeld niet voor in de 'Ilias'). Alledaagse namen als Helena, Hector, Cassandra, de voetbalploeg Ajax, het meesterwerk 'Ulysses' van James Joyce of de 'Aeneïs' van Vergilius hadden allemaal niet bestaan zonder Homeros.
1. Jezus Christus. Eveneens daar gelaten of hij wel degelijk echt bestaan heeft, kan je er niet omheen: meer dan 30% van de wereldbevolking is (een soort van) christen. Zijn naam is overal ter wereld gekend en de bijbel is sinds de komst van de boekdrukkunst naar Europa steevast een bestseller geweest. Bovendien speelt Jezus zelfs een rol als profeet in die andere grote monotheïstische religie, islam, en heeft zijn leer van naastenliefde, soberheid en rechtvaardigheid miljoenen mensen geïnspireerd doorheen de geschiedenis. Net zo vaak is hem aanroepen de ultieme rechtvaardiging voor allerlei wreedheden, gaande van genocide tot homofobie, en lag hij mee aan de basis van het duistere enthousiasme waarmee westerse mogendheden eerst de Amerika's en later Afrika koloniseerden.