Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zaterdag 25 mei 2019

De piano stemmen

Wie ooit al, al was het cursorisch, één van mijn ernstigere teksten heeft gelezen of met mij een gesprek heeft gevoerd over serieuze onderwerpen, die weet dat mijn hart al geruime tijd links klopt. Dat wil daarom niet zeggen dat ik politieke ideeën van overal op het spectrum niet op hun eigen merites kan beoordelen of dat ik het altijd per se oneens ben met rechtse politici. Anders verval je in een soort supporterstribalisme waar niemand beter van wordt.

Maar goed. Ik denk niet dat ik ooit al zo veel mensen in mijn omgeving hardop
heb horen twijfelen over hoe ze zullen stemmen in de verkiezingen van 26 mei. Ik ben niet van plan stemadvies te geven, meer een overzicht.

Povere ideeën, pover beleid

 
Wat me vooral opvalt in de partijen en formatie die naar de gunst van de kiezer dingen, zowel in Belgiê als daarbuiten, is hoe armoedig veel ideeën zijn, als er al ideeën zijn en die niet vervangen zijn door branding of cultussen rond persoonlijkheden. In veel Europese landen lijkt gewoon wat aangemodderd te worden. Kleurloze technocraten met variërende graden van neoliberale agenda's hebben de laatste jaren vooral de allerrijksten bediend onder het mom van goed rentmeesterschap of offers vragen van de bevolking. Intussen nemen de erven van roofbaron Albert Frère een frisse duik in hun Dagobert Duck-achtige fortuinen.

Natuurlijk is als politicus zeggen dat je een neoliberaal bent en gelooft in de rijken rijker maken (of dat dat uiteindelijk iedereen ten goed zal komen via het magisch denken van de reagonomics), electorale zelfmoord. Dus dan móet je het wel over iets anders hebben. Platitudes als het kan, leugens als het moet.

En politici die getuigen van enige beginselvastheid worden ofwel genadeloos onder de mat geschoffeld (Yanis Varoufakis), in de geld-gezinde media verrot getrapt voor de kleinste uitschuiver (Jeremy Corbyn) of afgeschilderd als inluider van een soort immigrapocalyps (Angela Merkel).

De kracht van bullshit

Liegen om een bittere pil of een slecht idee te verhullen is niet nieuw. Wat nieuw is, is de schaal van de leugens - of beter, de bullshit - qua volume, snelheid en intensiteit. Naast Big Data zou je gerust kunnen spreken over Big Lie.

Die leugens zijn geen exclusief domein van neoliberalen en racisten, maar ze zijn enkel bij hen een essentieel onderdeel van het partijplatform. Ten dienste van desinformatie is vooral bij extreemrechts alles geoorloofd en moet alles eraan geloven dat niet oplijnt met de rigide, van hogerhand ingegeven visie van de mystieke markt / de superieure witte cultuur.

Meer zelfs, verzet tegen die visie wordt gekarakteriseerd als (lands)verraad. Alleen door direct naar extremen te gaan en heel hevige emoties in te roepen kan de leugen beschermd worden (wat ik overigens ook beschrijf in mijn boek 'De Nieuwe Staat' onder de 'Homo hystericus').

Point in case: de N-VA heeft geen enkel wervend project. De weinige nationalisten die nog dromen van een onafhankelijk Vlaanderen zijn een marginale minderheid. Voor de rest is het een amorele bende vol klaplopers, carrièristen, domkoppen, brulboeien, azijnpissers en vreemdelingenhaters. Dat zijn vulgaire woorden die horen bij een vulgaire, platte partij waar beleefdheid enkel iets is waar hun opposanten zich horen aan te houden.

Grossieren in leugens

Ik heb het altijd merkwaardig gevonden dat de politici die het vaakst en het boudst liegen net zo populair zijn bij antipolitieke booslui die roepen dat "alle politici leugenaars" zijn. Ik ga hier geen opsomming geven van al de flagrante leugens en de kontendraaierij die de aanhangers van (vooral) extreemrechts in dit land slikken als zoete koek.
Wie niet wil inzien dat die bewuste politici eerste klas leugenaars zijn, die is ziende blind. Zorgwekkender zijn de resultaten van die leugens. Eens die een onderdeel beginnen uitmaken van het publieke debat, wordt het moeilijker om die van de hand te wijzen, ook al wordt ten overvloede bewijs geleverd.

Bovendien is het niet nodig dat een meerderheid van de mensen leugens gelooft (of ze uitbuit). Een substantiële minderheid is genoeg. Het Vlaams Belang haalde op zijn hoogtepunt gemiddeld een kwart van de Vlaamse stemmen en trok het hele politieke centrum naar rechts. Find and replace voor zowat alle westerse democratieën.

En natuurlijk treffen de media mee schuld. Krantenkoppen zetten "racist" bijna altijd tussen aanhalingstekens, clicks op HLN.be zijn groter (en maken vast meer muizen kapot) als ze komen van woestelingen die bijna klaarkomen bij de gedachte aan gaskamers vol moslims. Een jongere generatie journalisten herkent het Vlaams Belang (en nu de N-VA) nauwelijks als extreme partijen omdat de vorige het extreme mee normaal heeft helpen maken.

Het fantoom van de socio-economische heilzaamheid

Nog even dit. Soms haalt men aan dat mensen hun toevlucht zoeken tot extreemrechts door socio-economische desillusie, antipolitieke gevoelens en zo verder, niet door racisme. Dat verpaupering en een gevoel van uitsluiting in een wereld waar hoger opgeleiden vrolijk citytrippen en aan 'multiculti' doen en zij in vuile wijken achterblijven waar jonge Marokkanen met even weinig perspectieven rondhangen.

Ik zou graag geloven dat het zo simpel was. Soms kan ik ook wel eens schamper denken dat vrienden van mij uit de hogere middenklasse makkelijk praten hebben over de zegeningen van de geglobaliseerde wereld terwijl zo veel mensen daar niet in mee kunnen en ploeteren om op het einde van de maand de rekeningen te betalen.

Maar het probleem is dat ik nooit bewijs heb gezien voor die socio-economische theorie. Ook niet op links, dat graag gelooft dat globale welvaart voor iedereen de aantrekkingskracht van extreemrechts zal doen verschrompelen.

De waarheid is dat extreemrechts steun vindt bij alle lagen van de bevolking. Rijke fascisten zíjn simpelweg deel van de geglobaliseerde elite, en een arme racist heb ik nog nooit horen zeggen dat-ie op het Vlaams Belang stemt omdat hij niet op Erasmus is kunnen gaan naar Nantes of Bologna.

De terugkeer van Franz von Papen
 
Enkele jaren geleden maakte ik me zorgen over een mogelijk keerpunt in onze politieke en sociale orde dat we op het moment zelf niet zouden herkennen maar pas met terugwerkende kracht later zou gelden als onze brand van de Rijksdag of onze moordaanslag op Franz Ferdinand. Nu maak ik me meer zorgen over hoe ik in alles een stilzwijgende meerderheid volmaakt in staat zie zo'n punt niet te wìllen zien.

Er zijn nog sociale schokken - de recente overwinning van reactionaire krachten in de Amerikaanse staat Alabama om zelfs in gevallen van verkrachting en incest abortus een misdrijf te maken, of de misogyne "vrouwen aan de haard"-boodschap van Neerlands Meest Dietsche - maar als die wegebben wordt de volgende uitspraak of daad aan de vorige schok afgemeten en blijkt dat dan allemaal zo erg niet meer.


Als een Bart De Wever al geen softe fascist is, is hij alleszins een Franz von Papen, wiens haat voor links een aantal machten groter was dan zijn minachting voor de nazi's.

Mijn advies: blijf waakzaam. Kom in verzet tegen de leugen. De allerergste faciliteerders van een onvrije maatschappij zijn niet de would-be dictators en hun trouwste aanhangers, maar de massa die laat betijen, samen met de gemakzuchtige profeten van het slappe midden.

woensdag 8 mei 2019

Diabolisch

De laatste maanden vloeien de zinnen maar met mondjesmaat uit mijn pen. Althans wat het echte creatieve schrijven betreft, niet het broodschrijven. Niet getreurd, want het is niet alsof de wereld ademloos zit te wachten op de nieuwste tekstdrol die ik tevoorschijn zou toveren.

De meeste dingen die ik tot hier toe had willen zeggen, heb ik overigens ook al gezegd, en dat maakt vandaag des te tragischer. Ik stuitte toevallig op een column die ik ooit schreef voor De Wereld Morgen, waarin ik zei dat onze maatschappij verkrachters het te gemakkelijk maakte. Dat was 6 jaar geleden en elke letter ervan is nog altijd waar. Van dat soort inzichten op lange termijn wil je eigenlijk geen auteur zijn.

Er is een vrouw vermoord door een man die eigenlijk achter tralies had moeten zitten. Uitleggen dat hij vrij was omdat hij geen vluchtrisico vormde terwijl zijn beroepsprocedure liep en dat op de twee jaar tussen zijn (tweede!) veroordeling voor zware zedenfeiten gerechtelijke dossiers voorrang kregen die nog dringender waren, dat doet me denken aan die cartoon van twee Azteken die onderaan een tempel staan waar helemaal bovenaan een bebloede hogepriester wacht op het volgende hart om ritueel uit te snijden. Zegt de ene Azteek tegen de andere, die duidelijk niet happig is om te sterven om de zonnegod te eren: “het is geen perfect systeem, ik weet het, maar het is wat we hebben.”
Noch een juridisch of politiek steekhoudende uitleg noch een knieval door hoge koppen die rollen kunnen een dood persoon terugbrengen. 

Het lichtpuntje dat ik zie komt voornamelijk van jongere mensen, die het net zoals met het aanhoudende kontgedraai en uitvluchtengedrag van de machthebbers rond het klimaat niet langer pikken dat een ‘beroepsrisico’ van het vrouw-zijn blijkbaar moet zijn dat je zomaar kan vermoord worden. Of dat ze zich niet langer willen plooien naar de tips van allerlei betweters (m/v) die liever de verantwoordelijkheid voor seksuele misdrijven in de schoenen schuiven van de slachtoffers – het boerka-denken, met andere woorden.

Eveneens positief is dat steeds meer mensen inzien dat er een tramlijn loopt tussen pakweg straatseksisme en lustmoord. De meeste daders stappen misschien altijd aan de eerste halte al af, maar het is zaak dat die tramlijn helemaal niet zou mogen bestaan. 

Of, als je dan toch per se fatalistisch wil zijn en diep vanbinnen gelooft dat de mens een rot wezen is, zou je toch op z’n minst moeten willen meewerken aan de enorme disproportionaliteit terug te dringen van vrouwen en meisjes als slachtoffers versus mannen als daders. Misschien begint dat met correcte, tijdige en verantwoorde strafmaten, maar ook dat is maar de eerste halte – die tramlijn, die maar één element is van een potentieel betere maatschappij, eindigt bij het ontbreken van de voedingsbodem voor allerlei duistere psychosociale machtsimpulsen.

Ja, dat is een titanenwerk. Maar dat was het uitbannen van slavernij en lijfeigenschap ooit ook.

Zinloos pessimisme dat het allemaal wel zijn tijd zal duren en dat we gewoon kunnen blijven toekijken (of erger nog, achterhoedegevechten leveren die liever de stop terug de fles op draaien) is even kwalijk als het cynisme van jongleren met hete aardappelen. Ik weet alleszins dat ik liever vecht voor een wereld waarin geen jonge vrouwen meer vermoord in een kanaal teruggevonden worden. Al was het maar door één millimeter verschil te maken. Want wat zit er anders op?