Eens in de zoveel tijd verschijnt er een opinie die betoogt dat de ‘millennials’, de jongste generatie op de werkvloer, bestaan uit luie, narcistische en in watten gewikkelde kruidje-roer-me-nietjes. Soms volgt daar de even voorspelbare tegenbewering op die dit probeert te logenstraffen, met vaak nog een veeg uit de pan voor de ‘babyboomers’. Maar het is onzin. Zo ook de mening die managementgoeroe Simon Sinek poneert.
Managementgoeroes dienen sowieso al met een korrel zout genomen te worden. Niet zelden zijn ze weinig meer dan astrologen en vogelwichelaars van de moderne tijd, die met fijn klinkende buzzwords en interessante maar moeilijk te bewijzen theorieën de harten (en portefeuilles) proberen te veroveren van managers en bestuurders. Sinek is een voormalige marketingman en ik ben zelf al tien jaar actief in marketing, dus niets van zulke praktijken is me vreemd.
De apocalyps is nabij
Wat alle generaties verbindt, is dat ze zeuren over de jeugd van tegenwoordig. De Soemeriërs, de Grieken, de Romeinen en de Middeleeuwers kloegen allemaal dat de jeugd geen respect meer had voor normen en waarden en dat de maatschappij spoedig zou ten onder gaan aan de luiheid en de goddeloosheid van het jonge volkje. In die aanklacht zit een verscholen vorm van narcisme: “kijk eens hoe veel beter wij waren”.
Maar het gelaakte “langharig, werkschuw tuig” van de jaren ’60 is nu zelf oververtegenwoordigd in raden van bestuur en de hoogste niveaus van de wereld en de enige doemscenario’s die op korte termijn realistisch zijn, zijn grosso modo het werk van wie nu afgeeft op de jeugd. Het zijn niet de millennials die de oceanen hebben overbevist, gestemd hebben op Donald Trump, jungles hebben kaalgekapt of belastingen hebben opgesoupeerd om het casinokapitalisme te betalen.
Duiven en raven
Maar ook dat is geen faire kritiek. Elke generatie heeft zijn luizen in de pels. De volgende grote massamoordenaar is nu misschien 25 en nog bezig aan zijn opgang in de politieke rangen. En er zijn tal van mensen van goede wil onder wie men gemakshalve als ‘babyboomer’ of ‘generation X’ catalogeert, die hard strijden voor een betere wereld.
De Romeinse satiricus Juvenalis schreef ooit: “kritiek gaat tekeer tegen de duiven, doch verschoont de raven”. Wie dus iets staat te roepen over deze of gene generatie, heeft ofwel zelf boter op het hoofd, ofwel heeft die er iets bij te winnen om makkelijk te scoren op de kap van een groep mensen die zich in de mainstream moeilijker kunnen verdedigen.
Beter samen
Het is een zwaktebod om een generationele trend te veralgemenen en te zien als sociale kwalen. Als millennials al luier en hedonistischer zijn dan hun ouders – waar ik overigens nergens harde bewijzen van zie buiten opgeklopte paniekzaaierij – dan is dat een reactie op een maatschappij die ze zelf geen vorm hebben gegeven. Procentueel gezien ligt het zelfmoordcijfer inderdaad hoger bij de millennials, maar dat is misschien ook omdat er weinig mensen zijn van 25 die sterven na uit te glijden in bad.
Nee, een generatie wegzetten als problematisch is negeren dat we over de generaties heen samen veel meer delen dan dat er ons verdeelt. Ik ben de voorvechters van meer gelijkheid en rechtvaardigheid van vroeger erg dankbaar en ik zet met plezier hun strijd verder. Hokjesdenken is nefast voor samenhorigheid en warmte in de samenleving. Zoals zo veel mensen heb ik mijn waarden, zoals hard werk en opkomen voor anderen, mee van mijn ouders, en als ik zelf mag veralgemenen, denk ik dat er weinig jonge mensen zijn die van thuis uit “luiheid” en “narcisme” hebben meegekregen als prima ideeën. Jongere collega’s van me zijn vaak gedreven, ambitieuze en competente mensen geweest die iets wilden maken van hun leven.
Passeren aan de kassa
Ik vraag me af in hoeverre Simon Sinek de laatste jaren nog eens op een echte werkvloer gestaan heeft. Dat Sinek, en met hem zo veel andere tendentieuze opinieerders die in hun bubbel leven van kaderleden, conferenties en glazen torens, een groep mensen waar ze zelf weinig contact mee hebben van narcisme betichten terwijl ze zich dik laten betalen als marketingsterren, lijkt me een bijna komisch geval van projectie.
Managementgoeroes dienen sowieso al met een korrel zout genomen te worden. Niet zelden zijn ze weinig meer dan astrologen en vogelwichelaars van de moderne tijd, die met fijn klinkende buzzwords en interessante maar moeilijk te bewijzen theorieën de harten (en portefeuilles) proberen te veroveren van managers en bestuurders. Sinek is een voormalige marketingman en ik ben zelf al tien jaar actief in marketing, dus niets van zulke praktijken is me vreemd.
De apocalyps is nabij
Wat alle generaties verbindt, is dat ze zeuren over de jeugd van tegenwoordig. De Soemeriërs, de Grieken, de Romeinen en de Middeleeuwers kloegen allemaal dat de jeugd geen respect meer had voor normen en waarden en dat de maatschappij spoedig zou ten onder gaan aan de luiheid en de goddeloosheid van het jonge volkje. In die aanklacht zit een verscholen vorm van narcisme: “kijk eens hoe veel beter wij waren”.
Maar het gelaakte “langharig, werkschuw tuig” van de jaren ’60 is nu zelf oververtegenwoordigd in raden van bestuur en de hoogste niveaus van de wereld en de enige doemscenario’s die op korte termijn realistisch zijn, zijn grosso modo het werk van wie nu afgeeft op de jeugd. Het zijn niet de millennials die de oceanen hebben overbevist, gestemd hebben op Donald Trump, jungles hebben kaalgekapt of belastingen hebben opgesoupeerd om het casinokapitalisme te betalen.
Duiven en raven
Maar ook dat is geen faire kritiek. Elke generatie heeft zijn luizen in de pels. De volgende grote massamoordenaar is nu misschien 25 en nog bezig aan zijn opgang in de politieke rangen. En er zijn tal van mensen van goede wil onder wie men gemakshalve als ‘babyboomer’ of ‘generation X’ catalogeert, die hard strijden voor een betere wereld.
De Romeinse satiricus Juvenalis schreef ooit: “kritiek gaat tekeer tegen de duiven, doch verschoont de raven”. Wie dus iets staat te roepen over deze of gene generatie, heeft ofwel zelf boter op het hoofd, ofwel heeft die er iets bij te winnen om makkelijk te scoren op de kap van een groep mensen die zich in de mainstream moeilijker kunnen verdedigen.
Beter samen
Het is een zwaktebod om een generationele trend te veralgemenen en te zien als sociale kwalen. Als millennials al luier en hedonistischer zijn dan hun ouders – waar ik overigens nergens harde bewijzen van zie buiten opgeklopte paniekzaaierij – dan is dat een reactie op een maatschappij die ze zelf geen vorm hebben gegeven. Procentueel gezien ligt het zelfmoordcijfer inderdaad hoger bij de millennials, maar dat is misschien ook omdat er weinig mensen zijn van 25 die sterven na uit te glijden in bad.
Nee, een generatie wegzetten als problematisch is negeren dat we over de generaties heen samen veel meer delen dan dat er ons verdeelt. Ik ben de voorvechters van meer gelijkheid en rechtvaardigheid van vroeger erg dankbaar en ik zet met plezier hun strijd verder. Hokjesdenken is nefast voor samenhorigheid en warmte in de samenleving. Zoals zo veel mensen heb ik mijn waarden, zoals hard werk en opkomen voor anderen, mee van mijn ouders, en als ik zelf mag veralgemenen, denk ik dat er weinig jonge mensen zijn die van thuis uit “luiheid” en “narcisme” hebben meegekregen als prima ideeën. Jongere collega’s van me zijn vaak gedreven, ambitieuze en competente mensen geweest die iets wilden maken van hun leven.
Passeren aan de kassa
Ik vraag me af in hoeverre Simon Sinek de laatste jaren nog eens op een echte werkvloer gestaan heeft. Dat Sinek, en met hem zo veel andere tendentieuze opinieerders die in hun bubbel leven van kaderleden, conferenties en glazen torens, een groep mensen waar ze zelf weinig contact mee hebben van narcisme betichten terwijl ze zich dik laten betalen als marketingsterren, lijkt me een bijna komisch geval van projectie.