Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de afdeling opiniestukken daarvan, want God weet dat er daar nog niet genoeg van bestaan. Mocht je je bij het lezen ervan afvragen: "kritiek hebben kan je wel, Anton, maar heb je ook oplossingen?" dan kan je 'De Nieuwe Staat' voor €0 downloaden. De weg een beetje kwijt? Mijn eigenlijke website, die ook 'Onklare taal' heet, verwelkomt je.

vrijdag 24 juli 2015

Schrijven over wijven

Misogynie in de letteren heeft een vermaarde en lange geschiedenis. De Romeinse literatuur is de Latijnse versie van “jongens onder elkaar, en ach, die domme vrouwtjes toch”. De hoofse lyriek beeldde vrouwen af als mystieke kwezels en heilige gralen die op het eind van de ridderqueeste op de held wachtten. Ook in de 20ste eeuw was er geen gebrek aan auteurs die schreven over vrouwen als onredelijk, hysterisch, manipulatief, dom, sletterig, of, het ergste wat je blijkbaar kan verwijten aan een vrouw: seksueel afstotelijk.

Het zou kortzichtig zijn om de meningen van vertellers en personages gelijk te schakelen met de mening van de auteur. Het beste voorbeeld is de weinig geraffineerde kritiek op ‘American Psycho’ van Brett Easton Ellis, die stelt dat brutale vrouwenhaat erin zou verheerlijkt worden, terwijl een nauwkeurige lezing duidelijk maakt dat het juist het overdreven lege en sociopathische machismo van Wall Street is dat met de grond gelijk gemaakt wordt. Maar mag het eens wat minder, zo af en toe?

Je kan schrijvers van een vorige generatie, zoals Daisne, Lampo, Schouwenaars of Claus nog enigszins kwijtschelden omdat die opgegroeid waren in een tijd waarin vrouwen geen eigen bankrekening hadden, de feministische revolutie volop sociale normen en waarden dooreenschudde en vrouwen in de literatuur zelf minder aanwezig waren. Maar welk excuus heeft Brusselmans om vrouw na vrouw na vrouw op te voeren die enkel dient als zijn persoonlijke madonna/hoer? Wat is het excuus van Peeters om telkens opnieuw lauw herkauwde clichés over vrouwen te serveren en hen daarna aan te vallen onder een laf pseudoniem? Wat drijft Dautzenberg om zo nu en dan een vrouw zonder duidelijke aanleiding te vernederen en te folteren in zijn werk?

Opnieuw: het probleem is niet dat er misogyne personages bestaan. Het probleem is dat je er onderhand de E40 mee kan volleggen van begin tot eind. Dat die boeken gretig blijven gelezen worden en een schepje op de berg stereotyperende opvattingen over vrouwen toevoegen. Het is vermoeiend. Onze literaire prinsen zijn geen totale macho’s meer à la Hemingway en zo nu en dan mag er eens een vrouw of een homo mee aan tafel schuiven, maar het is nog steeds heel vaak “jongens onder elkaar.”

En ik ken de verhalen. Dat Brouwers een vertroebelde band had met vrouwen door zijn ervaringen in de Jappenkampen. Dat Verhulsts moeder een onhebbelijke, liefdeloze vrouw was of dat dichter zus en zo door meisjes gepest werd op school. Pijnlijke ervaringen laten littekens na. Maar zouden we accepteren dat een zwarte schrijver boek na boek uitbrengt waarin blanken opgevoerd worden als slavendrijvers met hakenkruisen in de ogen? Of dat een vrouwelijk slachtoffer van seksueel geweld mannen telkens afbeeldt als primitieve bruten? Het kot zou te klein zijn.

Ik ben er vrij zeker van dat veel schrijvers zichzelf helemaal niet zien als vrouwenhaters. Ik zag mezelf ook nooit als een vrouwenhater toen ik in m’n puberteit verhalen schreef waarin vrouwen enkel een secundaire rol hadden, overemotioneel waren en bestemd waren voor het moederschap. Je reproduceert vaak zonder dat je er bij stilstaat, de clichés en de ervaringen van anderen.

Terecht klinkt er steeds vaker kritiek als één of ander bedrijf of marketingbureau aan komt zetten met een campagne waarin nodeloos halfnaakte vrouwen begerig lonken naar de aandacht. We zijn ook gevoeliger geworden voor de seksistische bullshit die neergepleurd wordt in bladen als Flair en P. Misschien wordt het tijd dat we ook eens onder de motorkap kijken van de letteren. Niet om te censureren, zoals reaguurders vaak staan te schreeuwen, maar om te reflecteren. Om te beseffen dat het niet altijd wijven zijn, maar soms ook gewoon mensen.